Op en top genieten van noord Tanzania en Zanzibar
Dag 1: aankomst Nairobi
Na gisteren een comfortabele dagvlucht met de KLM te hebben genoten en aan te zijn gekomen op mijn thuis in Nairobi (zo voelt deze campsite met kamers ondertussen na al mijn bezoeken) is het vandaag tijd om de safari voor te bereiden. We hebben met opzet gekozen tussen een mix van kamperen en hotels maar dat betekent wel boodschappen doen. Deze boodschappen kun je hier in Nairobi doen bij de Uchumi op Langata Road maar wij kiezen ervoor om naar de Nakumatt in Karen Mall te rijden omdat je daar ook meteen lekker kunt lunchen. Behalve in Nairobi kun je verder boodschappen doen bij de Shoprite in Arusha maar dan houdt het op. Zorg er dus voor dat je genoeg spullen inslaat voor de dagen dat je gaat kamperen. De rest van de middag lanterfanten we wat rond en maken we beter kennis met onze chauffeur Paul, een leuke vent die veel over beide landen weet te vertellen. Mocht je voor het eerst in Nairobi zijn dan is er keuze te over om je dag nuttig te besteden. Een bezoek aan het Giraffe centre is erg leuk, maar de cheetahs aaien in de dierenweeshuis naast Nairobi National Park is mijn favoriet. `s Avonds gaan we goddelijk uit eten bij de Rusty Nail. Geloof me, een beter restaurant vind je niet........zorg dat je plek houdt voor een toetje!!!
Dag 2: naar Arusha
We vertrekken rond half negen in de ochtend voor onze tocht naar Arusha. Het is qua kilometers in Afrika allemaal wel goed te doen maar de wegen laten her en der lelijk te wensen over. Er wordt altijd hard aan de wegen gewerkt maar bij elke regentijd spoelen ze net zo hard weer weg. We komen aan in Namanga rond de middag en beginnen aan de grensformaliteiten. Dat grapje kost je zo maar anderhalf tot twee uur maar je bent lekker bezig met formulieren invullen en ook de Keniaanse chauffeur ontkomt er niet aan. De lokale verkopers bieden je van alles aan en wat eerst een kado lijkt te zijn blijkt dan toch ineens een paar euro te moeten kosten. Rond een uur of 4 bereiken we, via de flanken van Mount Meru, Arusha. We slapen vannacht in Snake Park, een campsite op 25 kilometer van Arusha. Het is er lekker rustig en we nemen de tijd om goed te kijken hoe we zo snel en efficiënt mogelijk de tent op kunnen zetten. We rijden voor het diner terug naar Arusha en kruipen daarna lekker onze tent in.
Dag 3: Arusha National Park
De dag van onze eerste safari is aangebroken. We hebben er bewust voor gekozen om een keur aan parken te bezoeken maar er dan wel goed op te letten dat ze verschillend van biotoop zijn. Vanochtend gaan we naar Arusha National Park. Gelijk bij de ingang worden we getrakteerd op een enorme hoeveelheid buffels, giraffen en zebras. Dit alles met Mount Meru op de achtergrond en als je iets verder weg kijkt zie je de Kilimanjaro. We boeken bij de ingang gelijk een wandeling met een ranger. We rijden naar het ranger kwartier bij Momella en beginnen aan onze 2 en een half uur durende wandeltocht. Je loopt heerlijk tussen de buffels (geen zorgen, het zijn vrouwtjes en die zijn lang niet zo agressief) en de ranger laat ons de kampeerplekken in het park zien waar we prachtige tourako's zien vliegen en ook nog de black en white colobus aap zien. Kamperen in het park is veel beter dan Snake Park en iedereen die de reis bij ons boekt zullen we dit ook aanraden. Dan lopen we naar een prachtige waterval om via rondzoevende bijeneters weer terug bij ons 4X4 busje aan te komen. Onze chauffeur Paul loopt de tocht ook mee en is meer dan aangenaam verrast met wat er allemaal te zien is. We besluiten om via een omweg het park te verlaten en rijden langs de vele kleine meertjes die het park rijk is en zien veel flamingos. Eenmaal uit het park rijden we naar Arusha om een hele late lunch te gebruiken. Terug op onze campsite geloven we het wel en hobbelen naar de bar voor een paar glaasjes Amarula. Dan is het weer op tijd het mandje in want morgen is weer een drukke dag.
Dag 4: Lake Manyara National Park
De ochtend begint lekker ontspannen. We hebben geen haast en bezoeken het bij de campsite behorende slangenpark en zien de meest giftige slangen van Afrika. Daarna bezoeken we het Masai Cultural Centre, dat best goed in elkaar blijkt te zitten. Ik koop gelijk een assegaai, dat is een soort van knuppel die de Masaai gebruiken om dieren van het lijf te houden en in tijden van oorlog. Als het goed genoeg is voor de Masaai dan is het zeker goed genoeg voor ons! Paul staat geduldig te wachten en rijdt ons rond half elf richting Mto Wa Bu waar we weer zullen kamperen. We besluiten echter ons oorspronkelijke camping te laten voor wat het is en in Lake Manyara National Park te kamperen. Een gouden greep. Geen hond die bij ons staat en in de avond blijken er prachtige nachtdieren rondom onze tent te scharrelen. Paul heeft wat klusjes in het dorp te doen en laat ons achter om de tenten etc. te regelen. Bavianen trekken langs onze tenten maar er blijkt zoiets als wederzijds respect. Bavianen kunnen enorm agressief zijn en je spullen afpakken en tenzij bewapend doe je weinig tegen die tanden! Als Paul weer terug is lunchen we om daarna met Grace, de dame die vanuit park opzichter is en er voor moet zorgen dat wij zorgeloos kamperen,Paul en wij tweetjes gaan game driven. Manyara is mooi. Je moet wat geluk hebben maar indien het meer wat water bevat dan kan het er roze zien van tienduizenden flamingo‘s , scherende nimmerzatten met halsbrekende capriolen en zich in de rondte wentelende nijlpaarden. Manyara is verder beroemd om zijn leeuwen die in bomen klimmen. Ik ben er nu 4 keer geweest maar heb er nog nooit één mogen zien. Vandaag zien we wél heel veel olifanten, buffels en verschillende antilopensoorten maar de grote katten laten zich niet zien. Het park zelf is echter ook mooi dus vervelen doe je je niet. Dan valt de avond en stoken we een mooi kampvuur en eten we onze noodles met smaak op. We spotten een enorme mangoest die rond onze tenten zwerft en dan ook nog een genet kat die zich zit te wassen in een boom. Ze zeggen altijd over Afirka; „ Expect the unexpected!" en dat blijkt maar weer eens meer dan waar te zijn.
Dag 5: naar Lake Natron
Paul, onze chauffeur heeft met angst en beven naar deze dag uiitgekeken. Vandaag is de dag dat we door de barre niksigheid naar Lake Natron rijden. Het is de plek waar ik begraven wil worden. Voor mij is het de plek der plekken. Het gebied wordt bevolkt door de Masai en ze zijn hier nog erg traditioneel. Dat komt omdat hun heilige berg hier staat en het gebied desolaat is en door maar zeer weinig toeristen wordt bezocht. De wegen (nou ja, paden) zijn soms redelijk maar vaak ook erg slecht en dat maakt de tocht tot een belevenis. Ons eerste mikpunt is Engaruka, een klein dorpje en de laatste plek waar bezine te krijgen is voor de komende 3 dagen. We komen aan bij een klein riviertje en zijn dan de weg kwijt. Aan de overkant zien we wel een slagboom. Die blijkt nieuw en we moeten 5 dollar betalen om door te mogen rijden. Om je dood te lachen, hier in the middle of nowhere......Paul, onze chauffeur raakt ook steeds meer in zijn element en we hobbelen een paar uur verder totdat Ol Doniyo Lengai opduikt. Deze nog werkende vulkaan is de heilige berg van de Masai. Tot een jaar geleden kon je hem beklimmen maar sinds ongeveer een jaar is hij behoorlijk actief en wordt beklimmen afgeraden. De klim is overigens niet voor watjes of mensen met een niet zo goede conditie! We delen onze tot dan gespaarde water jarreycans uit aan de Masaai en proberen met handen en voeten wat te communiceren. Wat een landschap! Wat een geweldige mensen! We komen chique te laat voor onze lunch in het Natron Tenten Camp. Dit kampement wordt gemanaged door een Nederlander (je komt ons ook overal tegen) en ligt erg mooi met een uitzicht op de vulkaan aan de ene en het meer aan de andere kant. Het meer is alkalisch maar wordt deels gevoed door zoetwaterbronnen. Het is in Natron kokend heet (rond de 45 graden) en we besluiten het deze middag rustig aan te doen. Morgenochtend zullen we naar het meer wandelen en dan in de middag naar de lokale watervallen. Het is een wonder wat de kok van het eten weet te maken en na een heerlijke 3 gangen maaltijd tollen we onze tent in.
Dag 6: Lake Natron
We worden zoet gewekt door vroeg zingende vogels en een Masai met koffie en thee. Als we een half uur later met onze gids Thomas op pad gaan is het nog relatief koel. De wandeling van het tented camp naar het meer is prachtig. Je loopt langs leegstaande Masai dorpen (Masai zijn nomadisch en dorpen staan soms een tijd leeg) , bent op zoek naar sporen van dieren en dan de magische omgeving die zacht begint te kleuren. Ol Doniyo Lengai besluit een stevige rookpluim uit te spugen en we kijken om ons heen in verwondering. Na 2 uur wandelen komen we in de buurt van het meer. In het Natron meer is nauwelijks leven mogelijk maar het is de broedplaats in Oost Afrika van de flamingo. Er staan er vandaag „maar" een paar duizend maar net als Manyara kan het hier compleet roze zien. Aan de oever van het meer spotten we een jakhals die op zoek is naar een hapje. Ik wil graag mooie foto's maken en probeer dichterbij te komen maar Natron zelf houdt me tegen. De modder zuigt en is glad en het zout prikt op mijn huid. De temperatuur ligt rond 9 uur al ver boven de 30 graden en de zon brandt genadeloos. Als we echter teruglopen naar de plek waar ons busje ons ophaalt zitten daar keurig 20 Masai vrouwen geduldig te wachten met hun uitgestalde waar. Geweldig! We rijden terug naar ons tented camp en genieten even van de koelte. In de middag neemt Thomas ons mee op een nieuwe wandeltocht. Deze keer gaan we een nabijgelegen kloof in waar een rivier doorheen stroomt. We volgen dit riviertje stroomopwaarts en komen uiteindelijk uit bij prachtige watervallen met een weelderige begroeiing. Het contrast kan haast niet groter zijn met het barre landschap van Natron zelf. Wat een plek is dit! Ik hoop dat het nog lang zo authentiek zal blijven.
Dag 7: naar de Serengeti
Hoera, weer vroeg uit de veren. Paul kijkt somber, hij heeft wat informatie ingewonnen en de route die we willen nemen naar Serengeti National Park. Het gaat vandaag door the middle of nowhere naar Wasso en dan naar Klein's Gate waar we de Serengeti binnen willen rijden. Het pad tijdens de eerste 2 uren laat hier en daar heftig te wensen over en ongeveer een uur voor Wassa breekt een deel van de stabilisator af. In Wasso, fijne stop om even de benen te strekken, wordt die er echter weer aangelast. Dan is het nog een keer 2 uur rijden en rond de klok van 1 uur in de middag komen we aan bij Klein's Gate. De Serengeti, een fantastisch park dat zo rijk gevuld is met allerlei wild maar ook veel verschillende landschappen. Als we klaar zijn met de formaliteiten van inschrijven en afrekenen (kan best een klus zijn met corrupte rangers alhoewel sigaretten over het algemeen wonderen doen!) rijden we dan echt binnen. Het eerste half uur worden we bedolven onder de zebra's en olifanten en zien we opnieuw een jakhals. We lunchen bij de prachtige Lobo lodge en dan, als bij toverslag zijn de dieren verdwenen en rijden we een uur lang door de Serengeti met hooguit af en toe een verdwaalde impala. Dan hebben we ineens een lekke band en moet Paul de auto uit. Met bibberende knieën verwisselt hij de band terwijl wij op de uitkijk staan. In de namiddag bereiken we de Seronera lodge waar onze campsite vlakbij is. We spotten (nou ja, we zien 10 jeeps dan moet het wel iets bijzonders zijn) een luipaard en een groep leeuwen en we hopen maar dat ze niet naar onze campsite komen straks.......
Dag 8: Serengeti National Park
We worden erg vroeg wakker. Dat moet ook wel want een ochtend in de Serengeti begint om een uur of 5. Onze chauffeur heeft de nodige mensen gesproken en weet waar we op zoek moeten gaan naar een cheetah moeder met 4 jongen. We zoeken ons zowat kleurenblind maar na een uur of 2 hebben we ze gevonden. Als we ze aan het bestuderen zijn door onze verrekijker valt het ons op dat ze langzaam in beweging komen. Ze zullen toch niet.......jazeker, ze zullen wel! Het zien van een „kill" is zo'n beetje de ultieme belevenis. Zeker als je dit niet hoeft te delen met enorm veel auto's EN als je zelf een van de hoofdspotters bent en dus een topplek hebt om alles te zien. Verder heb je geduld nodig. Het duurde twee en een half uur van het spotten van de cheetahs tot de aanval. Maar het was de moeite meer dan waard. De spanning, de adrenalie, het gebrek aan medelijden voor hen die worden opgegeten en de hoera stemming als het de cheetahs lukt om een rietbok te doden. Fantastisch........We zien verder deze ochtend nog leeuwen en hyeana's en moe maar voldaan keren we terug voor een siësta. Die bevalt zo goed dat we in de avond lekker bij de tent blijven hangen. Morgen gaan we op zoek naar de „migratie".
Dag 9: Ngorongoro Krater
Tent weer ingepakt en weg zijn we. We zetten koers naar de Ngorongoro krater maar hebben besloten dit te doen via het gebied in de Serengeti dat Sopa heet. Het schijnt dat hier zich de „migratie" bevindt. Elk jaar lopen de zebra's en gnoes van de Serengeti naar de Masai Mara in Kenia en weer terug op zoek naar groen gras. Dit jaar zijn ze laat teruggekomen uit Kenia en zijn ze nog steeds bij elkaar. Aan het einde van elke migratie gaat ieder zijn eigen weg. We rijden het Sopa gebied in en geloof me, tot die tijd, weinig te zien. Ineens ziet het compleet zwart wit van de duizenden zebra's. We kijken onze ogen uit! Een paar heuvels verder komen ook de gnoes in beeld en gezeten op het dak van ons busje voelen we ons letterlijk Hugo van Lawick! Dit kun je niet bedenken en ook niet beschrijven........en we dachten dat we gisteren het mooiste wel hadden gezien......Rond het middaguur verlaten we dan uiteindelijk de Serengeti. Het was fenomenaal!!!! Vanaf de gate in het zuiden is het ongeveer een uur of twee rijden naar de Ngorongoro krater, één van de grootste natuurwonderen ter wereld. Halverwege hebben we echter een kokende motor en we lopen wat vertraging op. Vandaag is het heerlijk slapen in een bed in een comfortabele lodge, zalig......lekker eten, douchen en relaxen want we gaan pas morgen de krater zelf in. De lodge waar we slapen is de Ngorongoro Wildlife lodge en hoewel de kamers niets bijzonders zijn, is het bed prima, het eten heerlijk en het restaurant is net als de kamers gezegend met een geweldig uitzicht! We spotten 4 neushoorns en schuimen met een mooie verrekijker op het terras de krater af. We hebben de big 5 nu gespot.......In de avond eten we nog een keer heerlijk. Morgen is het kerst......de kalkoen herinnert ons eraan want verder is kerst in Afrika niet meer dan een onduidelijke kerstboom.
Dag 10: Lake Eyasi en toch ook weer niet.....
We hebben heerlijk geslapen en gaan vol goede moed de krater in. Ik ben er al twee keer eerder geweest en ik blijf het zeggen; De uitzichten op- en in de krater, fantastisch, maar in de krater.......... Het voelt voor mij een beetje als een safaripark, maar dan een hele dure. Als je nog niet alle dieren hebt gezien dan is dit je kans. Het bos in de krater is wel betoverend mooi maar ik kom niet van het gevoel van een safaripark af. Even voor de duidelijkheid, mijn reisgenote geniet en vindt het een prachtige ervaring. Wellicht heeft het ook met smaak van doen. Ik hou persoonlijk ook heel erg van ruimte en dan is er nog zoiets als; nu we er toch zijn............Belangrijke tip, de entreegelden zijn hoog en dienen contant ( in dollars, euros of shillings) dan wel traveller cheques te worden betaald. Dit doe je als je de Serengeti uit rijdt en in een hokje waar naast een man die je verteld dat het alleen maar zo kan en er een hele batterij aan credit card machines staan. Die zijn echter van de Serengeti en je rust verliezen kan buitengewoon dom zijn. Na de krater (we zien nog 2 neushoorns van dichtbij) en de klim er weer uit, zetten we koers naar het Eyasi meer. Ik ben hier voor het eerst in 1996 geweest en ben toen betoverd door de hartverwarmende Hadzabe. Ik wil ze nu ook graag aan mijn reisgenote voorstellen. De weergoden bepalen echter anders en net als we er bijna zijn bréékt er toch een heidens onweer los. Paden waar we over rijden veranderen in kolkende beken en we besluiten om om te keren. Dadelijk komen we hier niet meer weg en kamperen in dit weer is nou ook niet het meest leuke om te doen. We nemen dit besluit 5 minuten voor het meer en moeten dus weer twee en een half uur een vreselijk slechte weg terug af om op de snelweg naar Arusha uit te komen. We raadplegen de Lonely Planet en kiezen voor de Oasis Lodge. Wat een superleuke plek! Mooie ruime kamers en heerlijk eten, aan de rand van Arusha met een mooie tuin. Dat is dan weer een meevaller, niet in de tent.......
Dag 11: Arusha
Een lummeldag, heerlijk....... We zetten alles wat we hebben gedaan eens op een rijtje, wassen wat spullen en schrijven aan onze reisdagboeken. Het leven kan aanzienlijk minder. Tevens eens even de tijd om het thuisfront te mailen en in het zwembad te duiken. We gaan nog even Arusha in om voor mij nieuwe teenslippers te halen en de muggenspray is op. Verder lekker lezen, luieren en slapen en op tijd naar bed. Morgen gaan we naar Zanzibar!
Dag 12: Stone Town Zanzibar
We moeten afscheid nemen van onze chauffeur en gids Paul. Het is een schatje en hij heeft ons veilig hier gekregen. We nemen hartelijk afscheid en beloven hem foto's te sturen. Dan gaat het verder naar de balie van Precision Air (je krijgt de naam in Afrika niet beter bedacht!), en we krijgen te horen dat het vliegtuig niet helemaal precise is. Het scheelt echter maar een uur of twee dus dat valt mee. Na aankomst op het kleine vliegveldje van Stone Town en het nodige geharrewar om de bagage veilig te stellen ontdek ik iemand met onze namen en we stappen snel in de auto. Een half uur later zitten we heerlijk met een pina colada op het dakterras van Africa House Hotel, een van de hotels die gevestigd is in een mooi oud koloniaal gebouw. De kamer heeft veel karakter maar het dakterras waar je de zonsondergang kunt bekijken is wat ons betreft wel de highlight van het hotel. We gaan nog even lekkker Stone Town in en kopen een mooi bao spel. Dit spel wordt lokaal veel gespeeld en samen met voetbal is dit de manier om met de lokale bevolking in contact te komen. Stone Town krijgt veel toeristen op bezoek maar zeker in de smalle steegjes niet gelijk aan de zee houdt het zijn eigen atmosfeer en loop je door een labyrint van koele kruip door, sluip door gangetjes en zie je vaak de lokale bevolking in de weer met het dagelijks leven en het maken van souvenirs.
Dag 13: Stone Town
We slapen eens even lekker uit en besluiten om een wandeling te gaan maken over het strand. Dan lunchen we op ons gemak waarna een siësta het meest verstandig lijkt want het is niet koud vandaag. In de namiddag slepen we ons naar ons dakterras om daarna lekker te gaan douchen en uit eten te gaan bij Motoni Marine. Dit is HET seafood restaurant van Zanzibar. Het ligt even buiten Stone Town en je moet er met een taxi naar toe. Je eet heerlijk op het strand, met mooi lounge muziek en uitstekende bediening. Wij kiezen de Seafood Platter. We hebben echt trek en zijn geen kleine eters maar dit is niet te doen. 4 kreeften, ontelbare garnalen, een krab per persoon. We tollen na dit eten weer onze taxi in en zo door ons bedje in. Het leven kan zo mooi zijn.......
Dag 14: Nungwi
We staan om 8 uur klaar en daar is onze transfer. We rijden vandaag via Jozani Forest NP naar Nungwi, een van de weinige plekken in de wereld waar de backpack cultuur de lounge heeft gevonden en waar de cocktails (letterlijk en figuurlijk) erg goed tot hun recht komen. Ik hou van deze stek en kom er veel en vaak. Mijn reisgenote gaat voor de eerste (maar zeker niet de laatste) keer. Eerst naar Jozani Forest. Een mooi stukje regenwoud en we hebben geluk want we zien een groot soort muis (de Elehpant Shrew)en verschillende apensoorten waaronder de rode Colobus aap waarvoor het park beroemd is. Vervolgens gaan we bij de mangrove bossen kijken en genieten van een mooie wandeling over plankiers en we zien slijkspringers en veel krabben. Twee uur later zijn we in Nungwi. We slapen bij Jambo Brothers en ik constateer verheugd dat ze zijn geupgrade. We hebben een echt tweepersoonsbed en een douche en een muskietennet. Mijn reisgenote ziet het wat sceptisch aan en ik kan ze geen ongelijk geven. Deze lodge is buitengewoon basic maar wat heb je behalve een douche, bed en een WC nodig als je op het strand leeft. Je stapt je kamer uit zo het strand op, HEERLIJK! En dan niet zomaar een vol strand maar bijna altijd voor jou alleen......... Duikschool zo goed als voor de deur (ze bieden ook snorkelen aan), wat wil een mens nog meer?
Dag 15: Nungwi (Mnemba Atol)
We hebben ons gisteren ingeschreven voor een tocht naar het Mnemba Atol. De plek om te duiken. Ik ga 2 duiken maken, mijn reisgenote gaat snorkelen. De tocht duurt ongeveer 2 uur one way. Het is echter heerlijk op het water, je ziet vaak dolfijnen en de uitzichten op Zanzibar zijn heel mooi. De duiken zijn leuk maar ik heb het hier beter gehad qua grote vissen en zicht, Niets aan te doen, het zit hem in de vrij harde wind en daar doe je niets aan. Bij terugkomst schrijf ik me gelijk weer voor morgen in, een nieuwe plek en nieuwe kansen en je weet maar nooit! Het snorkelen wordt door mijn reisgenote als erg mooi ervaren. Het koraal op dit atol is erg gezond en er zit ontzettend veel vis. In de avond eten we bij het restaurant van Jambo Brothers en zijn verrast door de uitstekende kwaliteit!!
Dag 16: Nungwi
De zee is deze morgen zeer onstuimig en het valt niet mee op een klein bootje op zee. Toch weet eenieder zijn ontbijt binnen te houden. We zijn gisteren als kreeften gebakken. Ik smeer zelf nooit en mijn huid heeft het wel gered maar mijn reisgenote haar benen lijken wel vuurtorens, We blijven braaf onder het zeil zitten. Vandaag is het oud en nieuw. Het zegt ons weinig maar ik heb wel een restaurant voor vanavond geboekt. Na de duiken luieren we lekker in hangmatten in de schaduw en gaan in de avond op ons gemak tuttelen. Het eten blijkt een buffet en is hopeloos. Of niet gaar of te gaar......Nou ja, we zetten koers naar de beste bar ter wereld; Cholos. Deze „bar" op het strand is echt een feest. Gebouwd van wrakhout en plaatjes draaien vanaf de computer. Super, wat een plek en wat een goede vibe!!!
Dag 17: naar huis
Laat hebben we het niet gemaakt. Vandaag aanvaarden we de thuisreis. Eerst een transfer naar Stone Town, dan nog even snel wat kleine souvenirs kopen om vervolgens per draagvleugelboot terug naar Dar es Salaam te gaan. Het waait nog steeds en op open zee houdt lang niet iedereen het droog. We peinzen en dromen en genieten na. Het was een fantastische en super afwisselende reis. We hebben tot het diepst in onze botten genoten! Tot snel want behalve een Noorden heeft Tanzania ook nog een Zuiden en ohoh, daar is ook echt helemaal niets mis mee.......