Namibië: één van de mooiste plekken op aarde
Dag 1;
De KLM vliegt heerlijk rechtstreeks naar Kaapstad. Het is gewoon een kwestie van ‘s morgens instappen, 11 uur televisie kijken en muziek luisteren en er weer uit rollen. Wij hebben een auto gehuurd en met ons gehuurde navigatiesysteem zijn we binnen no time bij de Villa Rosa. Ik heb deze bed & breakfast een jaar of 10 geleden ontdekt en vind het een van de meeste intieme accommodaties die we aanbieden. Het is niet chique maar heeft wel grandeur. De kamers zijn heerlijk net als het ontbijt met zijn vers gebakken brood. Nadat we op ons gemak zijn ingecheckt duiken we ons heerlijk zachte bedje in.
Dag 2;
Het vroege opstaan wil niet lukken. We halen wel nog het heerlijke ontbijt en rond de klok van tienen zitten we in de auto. We gaan naar Hermanus. Het programma van vandaag omvat eigelijk Hermanus, Boulder Beach en Kaap de Goede Hoop maar met ons late vertrek weet ik nu al dat we die op de buik kunnen schrijven.....Er zijn vele wegen om in Hermanus te komen maar wij kiezen voor de snelweg en zo staan we anderhalf uur later aan de kade. Hermanus is beroemd, en terecht, om zijn walvissen. Tussen juni en december vind je aan de Kaapse kusten de „Southern Right whale". Nou is walvissen zien op zich al een bijzonderheid maar deze zijn extra leuk want het is een walvissensoort die met zijn staart op het water slaat en net als de dolfijnen in het dolfinarium omhoog komt en dan een „BOMMETJE" doet. Je kunt je voorstellen dat bij dit bommetje de rest verbleekt. Binnen twee uur zien we zeker 20 walvissen en de nodige bommetjes. Voldaan en met mooie shots gaan we lunchen. Het is dan wel lente (september) maar het kwik raakt nog niet de 20 graden en er staat een stevige zeebries. Na een heerlijke lunch rijden we door naar Simons Town. Het dorp zelf is net als ieder ander hier aan de kust maar dit dorp heeft iets dat je in Afrika verder niet vindt behalve dan op wat kleine eilandjes voor de kust; pinguïns. De Afrikaanse pinguïn is schaars geworden. Gelukkig zijn ze hier net op tijd beschermt en zijn er nu weer zo´n 3000 exemplaren. Ze zijn altijd koddig om te zien en we vermaken ons kostelijk. Ook hier zien we overigens walvissen zwemmen maar in Hermanus zijn ze echt veel beter te zien. Het is ondertussen al 5 uur en Kaap de Goede Hoop gaat dan dicht. Ik ben er al vaker geweest en het is jammer maar niet meer dan dat. We komen er nog wel weer een keer. Terug in Kaapstad trekken we naar de Waterfront om daar lekker te gaan eten. We kijken er eerst nog even op ons gemak rond en spotten dan „221" op de bovenverdieping. Het blijkt een uitstekende keus te zijn en na een heerlijke maaltijd zakken we in de lounge om Champions League te kijken, het leven kan minder......
Dag 3;
we worden nu zelfs te laat wakker om nog te ontbijten! Geeft niets, het regent pijpestelen. Toch willen we de dag niet zomaar verloren laten gaan en dus rijden we naar de wijnlanderijen. Bij Stellenbosch is het weer iets beter en gaan we na het ontbijt/lunch even op onderzoek uit. We zijn bij Spier aangekomen, hier in de regio één van de grootste wijnproducenten. Behalve het wijn proeven (heerlijk!) gaan we ook nog even rondneuzen bij het cheetah project dat er is. Het roept gemengde gevoelens op omdat deze dieren nooit meer terug de natuur in zullen gaan. Dan is er gelijk naast een opvang voor rooofvogels. Dat is goed georganiseerd en met veel uitleg en nadat Tonia een uil en een arend heeft mogen liefkozen rijden we weer terug naar Kaapstad. De Tafelberg ligt niet meer in de wolken maar bij aankomst blijkt het te hard te waaien en kunnen we er niet op. Jammer! Ik hou van wandelen op de Tafelberg. De uitzichten zijn fenomenaal maar ook de vegetatie bovenop vind ik sprookjesachtig. We houden het voor vandaag maar voor gezien voor wat ons onderzoek en foto´s maken betreft en rijden naar het casino voor een heerlijke steak en een gokje.
Dag 4;
de wekker werkt! Om kwart over 5 gaat ie want we moeten naar het vliegveld. We vliegen om 8 uur naar Windhoek om aan onze Namibië reis te beginnen. Alles verloopt vlot en om half 12 zitten we in de auto. Een van de mooiste landen van Afrika, absoluut ongelogen eerlijk waar! Misschien wel ter wereld.....na elke bocht is het weer anders en altijd even leeg. Als je van ruimte houdt dan is dit de plek waar je wilt zijn. Zestienhonderd kilometer lang is Namibië, de breedte is variabel maar stukken breder dan Nederland. In dit enorme land wonen 2,1 miljoen mensen! De meesten hiervan wonen dan ook nog eens in de hoofdstad Windhoek dat ondanks dat toch aandoet als een uit de kluiten gewassen provinciedorp. Onze eerste stop is de beroemde Kalahari woestijn. Na iets meer dan 3 ½ uur rijden parkeren we de auto in het Intu Kalahari Private Game reserve. Suricate is een tented camp met een prachtig uitzicht over een grote pan tussen de duinen. Er liggen gnoes en er lopen struisvogels en springbokken. Ik denk dat we het hier wel 2 nachten uit kunnen houden. We werken hard aan Dagboek, krijgen een heerlijk diner geserveerd en duiken dan zo de tent in. Het bed is lekker stevig en de Kalahari koud, een betere en gezondere nachtrust krijg je nergens!
Dag 5;
de wekker gaat vandaag „pas" om kwart over zeven. We hebben een afspraak met de San of Bosjesmannen. Ze laten ons na het ontbijt zien hoe ze leven en wat hun gebruiken zijn. De tour duurt net iets meer dan een uur niet zo heel lang maar is wel ontzettend leuk. Ze spreken de Kliktaal en dit alleen al is deze ontmoeting waard. We besluiten om dan na de lunch in de auto te stappen om op eigen gelegenheid eens iets van de omgeving te zien. Aangezien we de weg niet kennen rijden we naar de andere lodge op het terrein en genieten van de prachtige kleuren, de duinen en het landschap. Terug bij de tent moeten we een beetje opschieten. Er staat koffie en gebak klaar en dan moeten we alweer de safari jeep in. We zien veel gnoes, gemsbokken (ook wel oryxen genaamd) en rijden dan een apart afgezet gebied binnen waar 3 Kalahari leeuwen wonen. Het lijkt een beetje op een safaripark maar een leeuw blijft een indrukwekkend dier. De omgeving is fantastisch en ik realiseer me weer dat Namibië landschappelijk gezien een van de allermooiste plekken op deze planeet is. Er is zoveel afwisseling en het is zo heerlijk leeg! We rijden een duin op en krijgen een spectaculaire zonsondergang voorgeschoteld. Dan rijden we terug en krijgen weer een goddelijk maal voorgezet. Bij de drinkplaats, die verlicht is, is het vanavond een drukte van belang. Behalve hordes springbokken en gnoes zien we ook steenbokken, gemsbokken en tot ons groot genoegen twee nieuwsgierige grootoorvossen. Moe maar tevreden kruipen we ons bedje weer in. Het belooft weer een erg koude nacht te worden.
Dag 6;
Opstaan in de Kalahari is geen pretje. Het is nog maar net licht als ons alarm gaat en het is nog bitter koud. Ik sta zo centraal mogelijk onder de douche om de heerlijke warme stralen op te vangen maar hou het kort want water is hier een schaars goed. Vandaag rijden we naar Sesriem en het belooft een stevige rit te worden. De kaart blijkt het echter mis te hebben want de eerste honderd kilometer rijden we fluitend over asfalt en schiet het lekker op. Dan houdt het asfalt echter (weer) op en rijden we door een canyonachtig gebied. We moeten 2 passen nemen en genieten met volle teugen van het landschappelijke wonder dat Namibië heet. Eenmaal daar doorheen zien we in de verte de duinen van de Namib opdoemen. Eenmaal aangekomen bij ons hotel dat „le Mirage" heet, een toepasselijkere naam is echt niet te bedenken, checken we snel in en rijden dan door. Ons programma is erg vol en we willen liever nu dan morgenochtend de Sossusvlei bezoeken. Eerst nog even een snel broodje, tanken (erg belangrijk in Namibië want tankstations zijn schaars) en kaartjes kopen. Al snel zijn we weer onderweg en na een kleine drie kwartier komen we bij de parkeerplaats van Sossusvlei. Dat is te zeggen, als je zelf de laatste 5 kilometer niet wilt rijden kun je hier parkeren. Ha, wij hebben een 4X4 dus we rijden lekker door. Na 3 van de 5 kilometer vraag ik aan Tonia of ze even een foto wil maken en rem af. DOE DIT NOOIT! Binnen no time staan we tot onze assen in het zand en kunnen we geen kant meer op. Gelukkig komt er een jeep voorbij en al snel zijn we weer onderweg. Iets minder lucht in de banden en bovendien een gewaarschuwd mens. Zonder verdere brokken halen we de parkeerplaats van de Sossusvlei en we zijn trots. Dat hebben we toch maar even gedaan. Ik stel voor om naar de Dead Vlei te lopen. Deze sprookjesachtige plek ligt op iets meer dan een kilometer lopen van de Sossusvlei en ik ken de weg. Dit is echter de eerste keer dat ik hier in de middag kom en we weten al snel waarom dat ook weer dom is. Het zand is kokend heet en als mensen die over kolen lopen schieten wij door het bloedhete zand. We laten ons regelmatig op de billen vallen om de voeten weer even te koelen. We halen de Dead Vlei, maken de benodigde foto´s en herhalen dan het ren en val proces. Achteraf kunnen we er smakelijk om lachen maar mijn voeten denken daar heel anders over! Dan komt weer de rit terug. Het gaat fantastisch maar dan heel even raakt de as het zand en valt de auto stil. Ik heb echter wel wat ervaring en dit euvel kan ik gelukkig zelf oplossen. Voorzichtig een beetje achteruit, dan weer vooruit en ja, we zijn los. Tonia moet haar verbrande voeten nog even aansporen en springt in de auto. Binnen no time zijn we weer op de gewone weg en we glimmen van trots en zitten na te genieten van dit avontuur. Terug in le Mirage nuttigt Tonia een heerlijke maaltijd terwijl ik mijn zonden overdenk van het eten van een „chicken pie" die buitengewoon slecht valt. Ach, you win some you lose some......morgen weer een dag!
Dag 7;
en wat voor dag! Swakopmund, we gaan naar zee...... Het is wel weer een heel stuk rijden maar vroeg in de middag komen we in Swakopmund aan nadat we door een maanlandschap zonder einde hebben gereden. Swakopmund klinkt Duits en tot op zekere hoogte is het dat ook nog steeds. We gaan op zoek naar „cafe Anton" om een heerlijke apfelstrudel met slagroom te nuttigen. Het weer is niet best en frisjes met 15 graden. Dat mag de pret echter niet drukken. Ik vergeet nog te vertellen dat we in Walvis Bay zijn gestopt om de lokale flamingo kolonie te bezoeken. Ze staan daar in de plaatselijke lagune mooi te zijn. Dan zetten we koers naar onze lodge en we besluiten om een poosje te werken en onze e-mail te checken. Rond een uur of 6 rijden we dan weer naar het dorp maar het is zondag en een hoop plekken zijn dicht. Geen probleem, gaan we lekker eten in het Swakopmund hotel. Zo gezegd, zo gedaan. Het staat duidelijk aangegeven totdat je er bijna bent. Het kost ons 5 rondjes centrum maar dan vinden we het toch. We eten lekker op ons gemak en rijden dan weer terug om op ons balkon nog een poosje naar de branding te luisteren voordat we met de zee in slaap vallen.
Dag 8;
de langste reisdag staat voor de deur. We beginnen met een tocht van een kleine honderd kilometer naar de zeeleeuwen van Cape Cross. De weg is uitstekend dus we kunnen lekker doorrijden. Eenmaal aangekomen doe ik de deur open en Tonia valt accuut achterover van de penetrante stank die de zeeleeuwen produceren. Ik heb op eerdere reizen mensen echt zien overgeven en kan me er iets bij voorstellen. Na de chicken pie is mijn maag echter weer prima op orde en is er voor mij geen vuiltje aan de lucht. We zien een te vroeg geboren jong ten prooi vallen aan zeemeeuwen en kijken een poosje rond. Deze zeeleeuwenkolonie bestaat uit minstens 10 000 exemplaren en aan dingen om te kijken dus geen gebrek. Schreeuwende jongen, vechtende mannetjes en roddelende vrouwtjes. We vragen nog eens even na wat nu de beste weg is om in Kamanjab te komen en onze beoogde route valt af omdat er geen tankstation meer blijkt te zijn. Geen punt..... Twee uur rijden later veranderd het landschap nog maar weer eens en rijden we Damaraland binnen. Wat een ongeloofelijk prachtig gebied! We rijden rond met open mond en komen met uitgedroogde lippen aan in Twijffelfontein. Hier willen we eerst de Organ Pipes bezoeken. Ze staan duidelijk op de kaart maar wij rijden er straal voorbij. Dan maar door naar de rotstekeningen van de Bosjesmannen. Dat lukt wel en we krijgen een gids mee. Heerlijk om even de auto uit te gaan en te genieten van de tekeningen en het gebied. De tekeningen zijn uitgeroepen tot World Heritage Site. Ze zijn bijzonder om te zien omdat Afrikaans erfgoed schaars is. Hierna rijden we door naar het petrified forest. De bomen die hier liggen zijn versteend en worden geschat op 425 miljoen jaar oud. Tonia is er helemaal van in de ban en zo raak ik ook enthousiast. Wat gepland was als een stop van 5 minuten duurt ineens een uur. Het petrified forest wat wij bezoeken heeft ook welwitschia planten. Deze planten kunnen tot wel 5000 jaar oud worden. Nee, dit is geen typefout! Als we dan verder rijden komen we nog 4 petrified forests tegen waarvan de laatste de officiële blijkt te zijn. Ach, maakt niet uit, ze hebben allemaal wat ze beloven dus kies maar uit! Vanaf hier is het nog een kleine 250 kilometer naar Kamanjab, onze slaapplek. Half zeven parkeren we de auto bij Kamanjab Rest Camp en we worden moederlijk onthaald. We pakken snel uit en schuiven dan aan voor een goddelijke maaltijd. Een steak waar je ook met 4 mensen van kunt eten wordt ons voorgeschoven en dit na een goulash soep die ook al niet slecht gevuld was. Het is een heroïsche strijd en we ontploffen bijna als blijkt dat er nog een kaasplankje en een toetje op ons wacht. Daar moeten we echt vriendelijk voor bedanken en we gaan nog even lekker buiten zitten. We zien een schorpioen op jacht gaan en genieten na van een lange maar heerlijke dag.
Dag 9;
Voor we gingen slapen gisteren hebben we een bezoek aan de Himba geregeld. Die wonen eigenlijk veel meer naar het Noorden maar een speciale band tussen een lokale boer hier en een „prinses" van de Himba heeft ertoe geleidt dat er hier nu 3 nederzettingen zijn. We moeten om 8 uur bij het hek van de boerderij zijn. We volgen braaf de aanwijzingen en staan om 10 voor 8 bij een onduidelijk hek. Om 8 uur komt er inderdaad iemand aangelopen en dat blijkt onze gids te zijn. Hij neemt ons mee naar een Himba nederzetting waar we gedurende 2 uur de Himba ontmoeten en met handen en voeten met ze communiceren. „Hallo", „Hoe gaat het" en „Met mij goed" leren we al snel in het Himbees en we genieten met volle teugen van deze prachtige mensen. De mannen zijn veel minder traditioneel (gekleed) dan de vrouwen. Toch zie je bij de Himba, net als bv. bij de Masai, een hang naar het nieuwe echter zonder de roots op te geven. Wij vinden het echt de highlight van de reis en weten een prachtige nekversiering te bemachtigen. Wat een prachtig souvenir van een onvergetelijk bezoek! Na een korte tankstop in Outjo rijden we over heerlijk asfalt naar Epacha. Hier betrekken we onze luxe tent met plunge pool en met een uitzicht dat zijn weerga niet kent. Wat is de wereld toch mooi en Afrika in het bijzonder! Het diner stelt een tikje teleur, dat wil zeggen het hoofdgerecht is niet je dat..... Geen probleem, kan gebeuren. Even over achten stappen we in een landcruiser om op nachtsafari te gaan. Tonia en ik zijn hier gek op. Je ziet dan dieren die je anders nooit tegenkomt en elke bocht is weer een verrassing. Vanavond zien we een hele tijd niets, dan een steenbokje en kort daarna giraffes die liggen te slapen. Dan komen we onze vrienden de grootoorvossen weer tegen, wat een knuffelige beestjes zijn dat toch! Zo begint te teller toch op te lopen. Eland antilopen en gemsbokken doen ook nog een duit in het zakje totdat ik ineens een stekelvarken rond zie scharrelen! Daar doen we dit dus voor. Geweldig om er één te zien. Ik heb er ooit eerder één gezien maar dat was in 1996 in de Serengeti toen ie door de tent probeerde te komen. Moe maar zeer voldaan kruipen we onder de heerlijke dikke dekbedden.
Dag 10;
We hadden het plan om om 6 uur op te staan en naar Etosha te rijden. De wekker gaat ook wel maar mijn linkerarm maakt aan de illusie van vroeg opstaan een einde. Net na zevenen gaan de ogen dan eindelijk open en na een lange douche (moet eigenlijk niet in Namibië want water is schaars....) stappen we rond half negen in de auto. Vandaag gaat de rit via Etosha National Park naar Windhoek. Het is september en dus moeten de dieren naar een waterbron komen om te drinken. Het zal binnenkort beginnen met regenen maar nu is alles echt gortdroog. Een korte rit brengt ons via de ingang van het park bij het eerste kampement in Etosha, Okaukeujo genaamd. In dit gebied gaan we vandaag rondrijden. De andere 2 gebieden en overnachtingsplaatsen in het park, Halali en Namutoni zijn ook schitterend, ik ben daar tijdens eerdere bezoeken geweest, maar dan moeten we ons helemaal te pletter rijden en daar hebben we even geen zin meer in. We doen onze kaarten op de post en betalen de ingang tot het park. Dan rijden we even langs de waterplaats die bij elk van de 3 kampementen is gemaakt. Het is er ongeloofelijk vol met dieren en we schieten bakken vol met mooie plaatjes. Er zijn kuddes zebras en springbokken. Heel veel gemsbokken en zelfs 2 olifanten. Dan rijden we het park verder in en waar we ook komen, vol met beestjes. We zijn natuurlijk rijkelijk laat voor de vleeseters maar we spotten toch een paar jakhalzen. Etosha is een prachtig park. Eerst rijd je door een gebied met acacia en mopani bomen maar net na Okaukeujo kom je aan bij de „pan" die het park zo beroemd heeft gemaakt. Het is hier plat en leeg en dieren spotten (voornamelijk de plant- en graseters want roofdieren blijft een moeilijk iets) is een makkie. Dit laatste geldt overigens voornamelijk tijdens de droge tijd (juni tot en met september). We besluiten nog even naar het „Sprokies woud" te rijden maar er zit hier haast geen wild. We keren weer om en rijden weer terug naar Okaukeujo. Net voordat we daar aankomen spotten we 3 leeuwen net naast de weg onder een acacia! Het is ondertussen bijna half 1 en het is dus een klein wonder dat we ze nu zien. We genieten met volle teugen en de dag kan niet meer stuk. We bezoeken nog 2 waterbronnen en komen nog een kudde olifanten tegen. We besluiten dat het mooi is geweest. We hebben nog een lange rit naar Windhoek voor de boeg. Een hele lange rit over kaarsrecht asfalt met hier en daar een heuvel.... Rond 6 uur komen we in Windhoek aan, ik heb lekker gas gegeven. Tonia leidt ons perfect naar onze overnachtingsplek. We slapen vannacht in Villa Verdi en geloof me, dat kan absoluut minder. De kamer die wij krijgen is niet heel groot maar wel knus en eindelijk weer eens met een echt tweepersoonsbed. De tuin is prachtig en vol met vogels. Het zwembad roept ook naar ons maar we kiezen voor een warme douche om het zand eraf te spoelen en dan aan tafel te gaan. Geloof me, je hoeft echt Windhoek niet in om zalig te eten. Villa Verdi is in Belgisch beheer en dat proef je!!!
Dag 11;
Het zit er op. Na nog een heerlijk ontbijt met vers stokbrood en gerookte zalm stappen we voor de laatste keer in onze betrouwbare huurauto. We doorkruisen Windhoek en rijden dan nog een keer 37 kilometer door dit onmetelijke landschap. We leveren onze auto in en checken in. We vliegen via Kaapstad naar huis maar nog een paar uur daar rondslenteren is nooit erg. Toch wil ik niet daarmee eindigen. Het ging deze reis om Namibië, landschappelijk gezien echt één van de mooiste plekken op aarde. Elke keer als je de bocht om gaat verandert het weer en verbaast het je opnieuw....... De mensen zijn mooi en vriendelijk en wij gaan het missen! Erg missen! Tot gauw.......