Over jungles, savanne en de staat waar het elke week carnaval is
Weet je wat balen is? Ziek op reis. Het overkomt Tonia en mij. De dag voordat we deze heerlijke reis gaan maken doet de buik helemaal niet wat hij moet doen. We besluiten onder de wol te kruipen en het hotel in Schiphol maar te laten en in plaats daarvan heel vroeg in een Uber te stappen. Ik heb echt geen idee hoe ik in Manaus ben gekomen. De reis duurt in totaal 24 uur (overstappen en Parijs en Sao Paulo) maar bijna 20 uur er van lig ik uitgeteld te slapen in een vliegtuig. Best lekker…
Bij aankomst in Manaus zijn we allebei weer stukken beter en aangezien het al na middernacht rollen we ook hier weer gelijk ons bed in om de volgende morgen weer fris uit bed te veren. Onze agent gaat een groot deel van de reis me en hij zit al bij het ontbijt op ons te wachten. We kletsen lekker bij en dan wandelen we met de gids naar de rivier om gelijk polshoogte te nemen. Je weet niet wat je ziet. Het is altijd een enorme rivier maar het water staat rond de 15 meter lager. We gaan even kijken bij de Meeting of the Waters (waar de Rio Negro en Solimoes bij elkaar komen) en als je je hand in het water stopt is het water bijna warm, dat kan niet de bedoeling zijn… Het blijft altijd leuk om te varen en de gids weet een leuk plekje om de lokale bevolking te ontmoeten. We moeten echt best een stuk varen en Manaus zien we niet meer. Hier wonen diverse indigenas (inheemse volken) die deels verhuisd zijn uit nationale parken. Het is een duaal gevoel. Erg leuk om veel te leren over gebruiken en tradities maar de dansjes voelen wat fake aan. Ach, als we niet komen verdienen ze ook niets… Dan stoppen we nog bij een station voor de Amazone dolfijnen die op zich vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen maar wel worden gevoerd. Ook dat schuurt een beetje. Al met al wel een hele leuke dag met een lekkere lunch waar de buik niet over moppert, dat is in ieder geval winst! Na een lekker diner op het grote plein bij de opera van Manaus zit deze dag er al op en gaan we morgen de jungle lodges bezoeken.
We worden lekker vroeg opgepikt, een stuk gereden en in een boot gezet. We bekijken braaf de MOTW nog een keer en als we dan aan de overkant staan stappen we in een wat krappe bus maar het past allemaal net. Het is kleine twee uur rijden met een korte stop om te plassen voordat we weer in een boot worden gehesen. Veel mensen denken dat Manaus in de jungle ligt maar er wonen ruim 2 miljoen mensen en als je dus echt de natuur in wil dan moet je een fors stukje reizen. De boottocht is heerlijk en we spotten veel dolfijnen. Er zijn hier niet alleen Amazone dolfijnen maar ook “gewone” dolfijnen; een kleinere soort dan die in zee maar ze zien er krek hetzelfde uit. Dan varen we ineens traag en slaan een zijarm in. Na drie kwartier door ondiep water laveren komen we aan bij de Turtle Lodge. Een heerlijke plek waar je super afgelegen zit maar ook hier hebben ze echt veel last van veel te lage waterstanden. Je kunt maar beperkte boottochten maken. De wandelingen gaan natuurlijk wel gewoon door en in de middag spotten we een kleine miereneter dus onze dag is goed maar het is duidelijk dat ze hier een enorm probleem hebben. Er moet snel VEEL water vallen of excursies met de boot worden onmogelijk. We doen een drankje met de manager en ook die is somber. Dat gezegd, heerlijke plek, heerlijk eten en puur natuur!
De volgende dag gaan we verder naar de Juma Lodge, een veel luxere lodge dan de Turtle Lodge maar gelegen in hetzelfde gebied. Normaal gesproken kun je binnendoor er in een half uurtje naar toe varen maar nu zijn we anderhalf uur bezig om er te komen. Tijdens de boottocht is het vogelleven fantastisch, zien we dolfijnen en best veel kaaimannen dus wij zijn blij! We krijgen natuurlijk een rondje van de manager en bekijken alle kamers en genieten een zalig ontbijt. We hebben gehoord dat het in de omgeving van Anavilhanas beter moet zijn met het water en dus besluiten we om hier te vertrekken om zo een nacht te winnen. Dat betekent weer het hele eind terug naar Manaus en dan nog 3 uur in de auto naar Novo Airao waar onze lodge is. We slapen de komende 2 nachten in de Mirante do Gaviao. Wonderschone lodge en een fantastische plek met heerlijk eten MAAR ook hier veel te weinig water. We gaan in de avond wel op bootsafari maar het is lastig om dieren te spotten. De gids zijn we matig enthousiast over, het voelt een beetje als een moetje voor hem. De Anavilhanas archipel hebben we eerder bezocht en toen was het een Tuin van Eden. Oke, we zien een luiaard, een slang en een kaaiman maarruhhhhh… Als je zo ver reist dan moet het wel lonen om de Amazone te bezoeken. Iedereen bidt en hoopt hier op regen maar ik denk dat ze zeker 2 jaar veel regen nodig hebben om alles weer een beetje op orde te krijgen. De volgende dag gebruiken we om de rivierenboten aan een inspectie te onderwerpen. Je kunt vanaf hier per boot een safari van een aantal dagen maken. We sluiten een pact om dit de volgende keer in een vriendengroep te doen. Dan gaat het weer naar een afgelegen lodge om te bekijken maar de eigenaar blijkt niet thuis. 2 uur voor Jan Doedel in de boot gezeten….nou ja, varen is altijd fijn! Dan maar even de middag gebruiken om de mail bij te werken en een beetje relaxen, mag ook wel even.
Vroeg wakker worden hoort er gewoon bij en vandaag gaat de reis naar Brasilia. Dat betekent weer 3 uur terugrijden naar Manaus en dan hup het vliegtuig in naar Brasilia. Daar komen we door slecht weer laat aan maar rond het diner zitten we op de kamer. We hebben gewoon een simpel hotel geboekt. Het ontbijt is er de volgende morgen echter dik in orde en nu beginnen onze eigen vakantiedagen. Via de agent hebben we gehoord over een lodge in de Braziliaanse savanne. Hebben ze dat dan? Jazeker! Een hele hoop maar het is wel de snelst verdwijnende vegetatie in Brazilië. Onze chauffeur is echt een snoepje en hij spreekt zowaar net zoveel Engels als wij Braziliaans dus we komen tot gezellige gesprekken. Dat mag ook wel want al met al blijkt de lodge op 6 uur rijden te liggen. Het laatste stuk is zandpad tussen enorme boerderijen en het is een beetje zoeken maar dan opeens zijn we er: Pousada Trijuncao. Ken je dat gevoel dat als je uitstapt dat je denkt; ik ben thuis!? Nou, dat hebben we allebei. Wat een plek!!! Van God en alle mensen verlaten maar wat een oase. Heerlijke kamers, toekans die je nieuwsgierig aankijken. Marmocets (van die hele kleine aapjes) die ondersteboven in de boom hangen en fantastisch eten. Om over de vriendelijkheid van de mensen maar te zwijgen. We krijgen een uitgebreide briefing van de manager die ontzettend blij is om ons te zien. Vanmiddag gaan we op pad met het team van Oncafari, een organisatie die zich hier inzet voor de jaguars en manenwolven. Voor die laatste zijn we hier en gelijk in de middag spotten we een wolvin. Wat een wonderschoon dier! De savanne hier herbergt heel veel soorten. Behalve manenwolven zijn er veel poema’s en de nodige jaguars maar ook miereneters in diverse soorten en maten, capibara’s, dwergkaaimannen en heel, HEEL veel vogelsoorten. We spotten tijdens de safari die identiek is aan de Afrikaanse safari’s ook nog vossen en komen zeer tevreden terug. Na een heerlijk diner slapen we met de ramen open (ze hebben gaas) om in slaap te vallen met de geluiden van buiten. Wow!!!
Na een heerlijke nachtrust (het koelt hier in de avond fors af) staan we paraat voor onze volgende safari. We ontmoeten een Braziliaanse natuurfotograaf en genieten van een heerlijk excursie waar we een stinkdier spotten, een nieuwe soort voor ons! We eindigen in het nationale park dat aan de lodge ligt bij een heerlijk heldere stroom waar we een beetje afkoelen voordat we na het spotten van een enorme uil terugrijden naar de lodge. Nee, het zijn geen Afrikaanse aantallen maar dat maakt echt niets uit, dit is de hemel op aarde. Na even lekker rusten neemt een gids ons mee naar een uitkijkpunt boven op de rotsen en zien we de zon ondergaan. Met een glas bubbels in de hand, het is besloten, we verhuizen ;) ! Heerlijk eten midden in de natuur, wat wil een mens nog meer. Toch is er ook minder goed nieuws. Trijuncao ligt op een 3 statenpunt en wordt omringd door boeren. Die zijn niet zo van het natuurbehoud en dus is er soms de nodige frictie. Gelukkig is er genoeg geld om hier veel onderzoek te doen en zijn er ook veel machtige mensen in Brazilië wel heel erg begaan met de natuur maar ook hier staat alles wel een beetje onder druk. We spotten overigens ook nog emoes en diverse soorten herten…
Een nieuwe dag betekent een excursie met een ornitholoog. Tonia en ik zijn daar nogal van en met de natuurfotograaf zien we een keur aan wonderschonen kolibries. In de avond neemt één van de gidsen ons mee naar een meer waar ara’s komen. In dit gebied zie je vooral de blauw gele ara veel maar ook de rode. Ze komen met veel lawaai overgevlogen! Bij het meer heeft de gids een grote lanspuntadder gevonden en daar ben ik enorm fan van. Voorzichtig gluren we onder het plankier. Wat een joekel! Op de weg terug zien we pardoes weer een stinkdier maar de gids geeft gelijk aan dat dit de eerste is in anderhalf jaar dus verwacht niet dat je net als wij zoveel geluk hebt. Een poema was geweldig geweest maar die blijft op de “ooit” lijst. Je moet wat te wensen over hebben.
Dan is het tijd om weer dat hele eind terug te rijden naar Brasilia maar gelukkig hebben we dezelfde chauffeur dus het is gezellig in de auto. Vandaag blijven we niet in Brasilia slapen maar gaat het naar Salvador. Daar komen we heel laat aan. Onze agent sluit hier ook weer aan. De volgende morgen gaan we hotels bekijken. Ik hou echt van deze stad. Altijd een gezellige sfeer al snap ik dat sommige van onze klanten wat schrikken van de directe approach van de Bahianen hier. Dat is toch écht heel anders dan in de rest van het land. Aan het begin van de middag gaan we weer op pad want we hebben nog een hoop te doen. Eerste stop is Itacimirim waar we gaan lunchen bij Ger en zijn Braziliaanse vrouw. Die hebben hier een dot van een accommodatie pal op het strand. De lunch is moqueca, het favoriete gerecht van Tonia en mij. Zalig! Soort van romige kokos en vissoep over rijst… yummy! We kijken even naar de nieuwste kamers en zijn blij dat we een mooi alternatief hebben op een uurtje rijden van Salvador. Dan is het nog een kwartiertje rijden naar Praia do Forte. Heerlijk hotel hebben we hier dan we ook voor onze klanten gaan gebruiken. Vanaf Praia do Forte kun je in de zomer mooie excursies maken om walvissen te zien en er zit een interessant schildpadden project. Als het eb is kun je best oké snorkelen en het dorpje zelf is knus. Piepklein maar een pareltje voor de rijken mensen in Salvador die hier vooral in het weekend neerstrijken.
Als we weer wakker worden is er een reusachtig ontbijtbuffet waarna we naar Cachoeira rijden. Dit ligt een beetje in het binnenland van Bahia en is vooral bijzonder omdat hier de eerste slaven werden gebracht voor het suikerriet dat hier groeide op de plantages. Het is vergane glorie maar je kunt hier echt nog de sfeer proeven en met een gids maak je hier boeiende uitstapjes. Ons einddoel ligt nog een stuk verderop dus we karren na de lunch verder om in Valenca op de boot te stappen naar Boipeba. Het is lang geleden dat ik er was en een nieuw bezoek is vooral om te kijken hoe het zich hier ontwikkelt. Bij aankomst staat er iemand met een kruiwagen klaar om ons naar ons hotel te lopen. Dat ligt op een heuvel en het is niet koud dus doorweekt komen we boven. Ceu de Boipeba ligt wonderschoon. Bovenop een heuvel in het bos met uitzicht op zee waar je ook kijkt. Als we aankomen is het druk. Ik weet niet wat ik zie. Vorige keer woonde er 3 kippen op het eiland. Als de zon ondergaat blijken dit allemaal mensen te zijn die op deze wonderschone plek een drankje doen en dan weer naar het dorpje lopen waar ze slapen. Er blijven maar een paar mensen over en we genieten. Leuke mensen, heerlijk eten en een fantastische plek. Onze kamer is goeddeels van glas en als je wakker wordt kijk je naar de zee. Als er al een minpunt is, is het dat ze zee wel een 20 minuten lopen is. Na een zalig ontbijt gaan wij dat doen maar we besluiten om te beginnen in het dorpje. Heel veel toerisme is er nog niet maar als we wat baaitjes afwandelen zijn er wel een paar heerlijke hotels waar je als rustzoeker enorm gelukkig wordt! Wij lunchen op het strand waarna we ons in zee laten zakken. De wandeling terug is aangenaam en vanavond hebben we de beste tafel met uitzicht gereserveerd. Wijn slobberend de zon onder zien gaan is één van mijn favoriete dingen om te doen. Boipeba is zalig, heel ontspannen en relaxed. Geen uitgaansleven maar wel heerlijke accommodaties waar je helemaal tot rust kunt komen. Een aanrader!!
Tijd om de reis af te gaan sluiten op Morro de Sao Paulo. Een privé bootje vaart ons naar onze accommodatie. Twee dagen lang bezoeken we mooie accommodaties maar zijn het er unaniem over eens dat Villas dos Corais onze favoriet op het eiland blijft. Morro de Sao Paulo is een heel leuk eiland. Er is zeker wat vertier maar het is met gevoel voor stijl gedaan. Leuke restaurantjes, winkeltjes en barretjes vind je op alle stranden en in het knusse dorpjes maar het is voor de chique mensen uit Rio en Sao Paulo en dus is er nergens hele harde muziek. De sfeer is heel relaxed en gezellig en voor ons blijft dit echt één van de topplekken om een reis te beëindigen.
Na twee- en een halve week heel intensief rondreizen zit het er weer op. Met de boot gaat het naar het vaste land waarna een transfer per auto, die ook nog op de pont moet, naar de luchthaven van Salvador. Tot volgend jaar!